“Eens dan komt de dag waarop wij allen wachten.”
Voor ons betekende dit niet dat we naar de Belgische grens zouden afzakken, maar een paar
kilometers noordelijker zouden blijven steken, namelijk in Nijmegen.
Dat deze 160 kilometer ons niet cadeau gedaan zou worden was ons al duidelijk geworden,
daarom had een ieder zich goed voorbereid met vele oefenkilometers in de voor ons bekende
omgeving van Den Haag en in de minder bekende omgevingen van België en Luxemburg.
Anders dan alle andere weerbaarheden werden wij als detachement al op zondag
16 juli verwacht in Nijmegen. Het Korps was wederom gevraagd om als beste van de weren deel te
nemen aan het openingsdefilé. Vanzelfsprekend waren wij hierbij en marcheerde strak door de
Nijmeegse straten richting de Wedren waarbij wij mochten genieten van het enthousiasme van het
publiek. Ook ’s avonds waren we weer in Nijmegen, een goede “Situational awareness” is
noodzakelijk voor het behalen van een glorieuze overwinning. Voor zo’n overwinning dient een
student bier te hebben en dat hebben wij dan ook gevonden op die avond. Dat de avond eindigde
met 28 man, inclusief de ondergetekende, op de achterbank van de bus was een van de weinige
feiten die ik me nog kan herinneren.
De maandag werd gebruikt om onszelf en het detachement voor te bereiden op de strijd die
ons de komende vier dagen te wachten zou staan. Kennis opgedaan in het (recente) verleden werd
hierbij gedeeld en men zorgde ervoor dat zijn of haar persoonlijke uitrusting op orde was. Tijdens
deze dag troffen wij ook een verdwaalde luchtmachter op Heumensoord, beter bekent als dhr.
Veldkamp. Om te voorkomen dat deze jongeman, zonder de geavanceerde navigatieapparatuur die
de luchtmacht rijk is, zou verdwalen is er besloten om hem in onze gelederen op te nemen. Om nog
niet te hoeven denken aan hetgeen dat ons te wachten stond is het Korps die dag van begin tot eind
in de biertent aanwezig geweest, want wij wisten allen dondersgoed wat ons te wachten stond…
18 juli, 03:00u; de wekker gaat. Met het nodige gekreun hijsen we ons het bed uit en ons
uniform in. De een slaapdronken en dan ander nog gewoon dronken strompelen we richting de
eettent om ons daar als ganzen voor de voedselindustrie te laten vullen met eten. Om 05:00u is het
dan zo ver, we beginnen aan de vier dagen durende strijd tegen de elementen en vooral tegen
onszelf. Ons loopritueel van 20 kilometer, rust, 10 kilometer, rust en de laatste 10 kilometer zou zich
de komende vier dagen blijven herhalen. Gelukkig waren er enkele (oud)leden die ons zo nu en dan
verblijde met hun aanwezigheid. Het feit dat wij als Korps op dag twee wederom welkom waren bij
de dochter van erelid De Lavaletta, waarbij het desbetreffende erelid zelf ook aanwezig was, was een van
de hoogtepunten van de vierdaagse.
Dag 4, we hebben Charlemagne bereikt! Met genoeg blaren onder onze om heel Afrika van
vocht te voorzien en kelen droog en schor van het vele zingen stelen wij ons voor de laatste maal op
achter een muziekkorps van de Marechaussee om de laatste meters met opgeheven hoofd af te
leggen richting de Wedren. Genietende van alles dat het publiek ons te bieden heeft lopen wij over
de Via Gladiola waar de aanwezige defensietop vol bewondering kijkt naar het geen wat wij als
studentenheren en dame hebben neergezet.
In het Julianapark worden wij opgewacht door een groep bestaande uit ereleden, leden,
reunisten en oudleden die ons binnen halen en feliciteren met de door ons behaalde overwinning,
namelijk 166 kilometer afleggen zonder uitvallers. Met het afhangen van onze Berghauses valt er
zowel een fysieke als mentale last van onze schouders wat bij een enkeling leidt tot tranen van
blijdschap. In het park waar wij liggen te rusten onder de bomen bereikte ons het heugelijke nieuws
dat wij wederom de beste van de weren zijn, want ons een eervolle vermelding heeft opgeleverd op
de website van Defensie. Tijdens een korte doch plechtige ceremonie worden wij voorzien van ons
eremetaal. Ook onze verzorger, dhr. Biekmann, wordt even kort in het zonnetje gezet. Zonder onze
verzorger was deze prestatie nooit mogelijk geweest.
Roem is voor eeuwig, onze tijd in het Julianapark niet. Na verloop van tijd werden wij
vriendelijk verzocht om ons te begeven richting de bus die ons terug zou brengen naar
Heumensoord. Hier pakte wij onze spullen in om ons daarna over alle uithoeken van het land te
verspreiden en het volk op de hoogte te brengen van hetgeen dat in en rondom Nijmegen had
plaatsgevonden.
Ter afsluiting volgen hier de namen van onze lopers die de vierdaagse tot een succesvol einde
hebben gebracht: Marten Wijnja (2 e keer), Max van Veldhuizen (2 e keer), Arno van der Pas (1 e keer),
Valerie van Leeuwen (1 e keer), David Wijnja (1 e keer),Robin van Nie (1 e keer), Hamudi Alkarradi (1 e
keer), Willem Vos (1 e keer), Thomas Mallon (1 e keer), Max Balder (2 e keer), Erwin Reijnders (2 e keer),
Steven Poot (3 e keer), Boris Duijf (3 e keer), overste Kampen (22 e keer) en majoor van den Heuvel (19 e
keer).
Individueel in het detachement: Frank Veldkamp (8 e keer).
Individueel: Hanno-Paul van Maanen (8 e keer).