Geschiedenis weerbaarheden
Studentenweerbaarheid is een begrip dat al heel erg lang bestaat. Toen in 1830 België zijn onafhankelijkheid uitriep, liet Koning Willem I zijn troepen massaal uitrukken om deze Belgische Opstand snel te onderdrukken. Deze Tiendaagse Veldtocht vond plaats van 2 tot 12 augustus 1831. Enkele studentencompagnieën ondersteunden het Nederlandse leger tijdens deze tocht en hoewel België uiteindelijk toch onafhankelijk werd en bovendien de studenten – volgens verhalen – nooit de gevechten hebben bereikt, was Koning Willem I erg dankbaar voor hun hulp en volgde de oprichting van verschillende studentenweerbaarheden uit de teruggekeerde studentencompagnieën.
In de jaren zestig van de negentiende eeuw bevorderde Koning Willem III op allerlei manieren de weerbaarheidsgedachte onder burgers en studenten wegens een angst voor de Pruisische expansiepolitiek. De weerbaarheidsverenigingen die in die tijd ontstonden oefenden in het omgaan met wapens en in voorbereiding op de krijgsdienst, met het oog op landsverdediging. De eerste officiële studentenweerbaarheden werden opgericht in 1866 in Utrecht en Leiden. Deze studentenweerbaarheden ontstonden als onderverenigingen van de studentencorpora, want andere soorten studentenverenigingen bestonden toen nog niet.
Het idee achter weerbaarheden veranderde al snel. De hele krijgsmacht werd steeds minder belangrijk geacht. Er werd veel op bezuinigd en dit uitte zich ook in de activiteiten van de weerbaarheden. Betrokkenheid bij het Koningshuis en de krijgsmacht werd vooral nog geuit door het verrichten van eerbetoon.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn de weerbaarheden onder speciale bescherming van Prins Bernhard geplaatst en kregen ze tijdens de Koude Oorlog een belangrijke rol bij een mogelijk toekomstige verovering. Via de Wet op de Weerkorpsen, die alle weerbaarheden behalve studentenweerbaarheden verbood, kregen studentenweerbaarheden een speciale rol als al georganiseerde verzetsclubs. Immers waren zij geen militair maar burger en hadden ze zich dus niet officieel overgegeven.
Tegenwoordig bestaan er tien weerbaarheden. Zeven hiervan zijn onderverenigingen van een corpora, twee zijn ondervereniging van een andere vereniging en er is één zelfstandige weerbaarheid: het HSSK. Al deze weerbaarheden hebben ieder hun eigen tradities en banden met Defensie.
Geschiedenis HSSK
Tot halverwege de 20ste eeuw waren alle studentenweerbaarheden in Nederland gevestigd in universiteitssteden en gelieerd aan een Studentencorps. In de praktijk bleek echter dat de scheidslijn tussen weerbaarheidsvereniging en borrelclub niet overal meer even duidelijk was. Een drietal studenten uit Leiden, Delft en Rotterdam ervoer dit als een gemiste kans om een brug te slaan tussen de maatschappij en de krijgsmacht. Zij namen zich voor een studentenweerbaarheid op te richten die, onafhankelijk van corpora of andere studentengezelligheidsverenigingen, zou openstaan voor studenten met een belangstelling voor Krijgsmacht, Krijgsgeschiedenis en Schietsport. De oprichters, allen reserve-officier, belegden hun voorbereidende vergaderingen in 1958 in de Interservice Club, toen nog gesitueerd in de Nieuwe of Littéraire Sociëteit “De Witte” aan het Plein te ‘s-Gravenhage.
Op 4 maart 1959 kwam het tot de oprichting van het Haagsch Studenten Schutters Korps “Pro Libertate” onder commando van de Luitenant ter Zee 2e klasse der Koninklijke Marine-Reserve J.M. de Blaey en de Reserve Tweede Luitenant der Artillerie H.D. de Lavaletta.
Sinds de oprichting is er vanzelfsprekend veel veranderd. De connectie tussen de studentenwereld en Defensie heeft altijd centraal gestaan, maar de exacte invulling ervan bleef en blijft altijd open voor verandering en verbetering. Belangrijke mijlpalen hiervoor waren een eerste deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse in 1984, wat sindsdien een jaarlijks terugkerend evenement op de korpsagenda is, en toelating tot de ceremonieën rondom Prinsjesdag, waar het HSSK sinds 1989 deelneemt en waarvoor we ons eigen ceremonieel tenue hebben, gebaseerd op dat van ons moederregiment Van Heutsz.